Zoeken sluiten

‘We hebben ook een rol naar de maatschappij toe’

De Wet zorg en dwang regelt de rechten van mensen met een beperking die onvrijwillige zorg krijgen. Doordat de ondersteuning van de JP vraaggericht is en aansluit op individuele ondersteuningsvragen is onze zorg in de basis altijd vrijwillig. Toch komen ook wij in situaties terecht waarin we soms een stukje eigen regie afnemen. Dat is continu balanceren. Want waar doe je goed aan? We gaan erover in gesprek met Lisa, haar begeleiders en de locatiecoördinator.

Autosleutels inleveren

Lisa is 51 jaar, woont na een bewogen leven in haar appartement in Apeldoorn en krijgt ondersteuning van de JP. Ondanks dat het een gewone werkdag is en ze het best spannend vindt, heeft ze vrij genomen om met ons in gesprek te gaan. Ze heeft zich mooi aangekleed en haar nagels zijn gelakt. Ze is gevat en direct en grapt wat met de begeleiders.

Voor de veiligheid van Lisa en voor die van anderen hebben de begeleiders onlangs met Lisa afgesproken dat ze ’s avonds haar autosleutels inlevert. Dat doen ze om te voorkomen dat ze met alcohol op achter het stuur kruipt. Een keuze die voor niemand fijn voelt, maar na veel wikken en wegen de enige oplossing lijkt.

‘Lisa woont vrijwillig bij ons en mag dus gaan en staan waar ze wil. Maar ze vergeet soms dat ze niet meer mag rijden als ze gedronken heeft. Hierdoor is het regelmatig voorgekomen dat ze onder invloed heeft gereden’, vertelt locatiecoördinator Ellen. ‘Ze is ook een keer met een flink hoog alcoholpromillage aangehouden en van de weg gehaald. Ze heeft toen een verplichte cursus bij het CBR gevolgd.’ Na deze cursus ging Lisa’s alcoholgebruik echter door en heeft het team verschillende dingen geprobeerd om zo goed mogelijk met deze situatie om te gaan. Zo hebben ze ook de hulp ingeschakeld van een collega die gespecialiseerd is in verslaving. ‘Maar keer op keer kwamen we in situaties terecht waarbij Lisa de auto in wilde stappen terwijl ze gedronken had. De begeleiders vroegen dan om haar sleutels en probeerden haar ervan te overtuigen om niet te gaan rijden. We hebben regelmatig de politie gebeld als ze dat dan toch deed.’

Een behoorlijk dilemma

Op een gegeven moment waren er 3 van dit soort situaties in een periode van 2 weken en was de maat vol. ‘Het werd een kat- en muisspel. Totdat het moment kwam waarop een begeleider zei: dit kan gewoon niet meer. Voor haar eigen veiligheid en voor de veiligheid van anderen hebben we daarom in overleg met de gedragskundige toch besloten dat ze na haar werk haar autosleutels bij ons inlevert. Aanvullend daarop kunnen we Lisa vragen een blaastest te doen als we twijfelen of ze wel of niet te veel gedronken heeft.’

‘Ja, maar zijn jullie daar eigenlijk wel toe gerechtigd?’, vraagt Lisa zich af. Ellen: ‘Dat is een goede vraag. We hebben het er onder andere ook met de politie over gehad, juist omdat dit zo lastig voor jou is. Want we pakken nu wel een stukje vrijheid van je af. En dat willen we liever helemaal niet doen’.

De begeleiders geven aan dat deze kwestie een behoorlijk dilemma is. Ze willen het juiste doen voor Lisa, maar voelen ook dat ze een maatschappelijke rol hebben naar anderen toe. ‘Wat het zo lastig maakt, is dat wij heel moeilijk kunnen inschatten of en hoeveel Lisa gedronken heeft als ze weg wil gaan’, zegt Renske. ‘Is het waar wat ze zegt? Heeft ze echt maar een klein glaasje gedronken? Daar twijfelen we nog wel eens aan, bijvoorbeeld als we aan haar gedrag zien dat dat bijna niet kan.

Het voelt voor ons niet goed om haar te laten rijden, terwijl we het vermoeden hebben dat ze te veel heeft gedronken.’ ‘Deels kan ik dat wel begrijpen, zegt Lisa. ‘Maar ik ga van mijn eigen ervaring uit. Hoe ik me voel na het drinken, hangt af van de hoeveelheid. Bij 1 of 2 glaasjes is er niet zoveel aan de hand en kan ik echt nog wel rijden, pas bij 4 of 5 merk ik er wat van. Ze maken zich soms onterecht zorgen, hoor.’

Vernederend en kwetsend

Naast het laten inleveren van de sleutels heeft een begeleider Lisa laatst ook voor het eerst gevraagd een blaastest te doen toen ze ’s avonds patat wilde halen. Daaruit bleek dat ze niet te veel had gedronken. ‘Dat vond Lisa natuurlijk een lastige situatie, want ze gaf zelf ook aan dat ze bijna niets had gedronken’, zegt Gerard. ‘Dat werd niet geloofd. Maar dan probeer ik Lisa later ook wel onze kant uit te leggen, dat het voor ons soms lastig is omdat we wat anders zien dan wat ze zegt. En dat zo’n blaastest daarin dan helpt. Maar ze voelde zich toen wel gekwetst, dat merkte ik wel.’

‘Het was vernederend en kwetsend ja’, zegt Lisa. ‘Ze roken dat ik wijn had gedronken, maar het was maar een half glaasje. Ze geloofden dat niet. En het woord ‘moeten’, daar ben ik allergisch voor. Dit was de eerste keer op deze manier, en dit wil ik nooit meer.’

Kan het anders?

‘Ik zou heel graag willen dat het anders kan, dat we een andere oplossing vinden’, zegt Ellen. ‘Maar als we dit niet doen, dan krijg ik echt buikpijn van wat er kan gebeuren. Lisa woont in een woonwijk met veel kinderen. Stel dat ze heeft gedronken, in de auto stapt en een kind aanrijdt… Voor Lisa is het niet veilig, maar ook voor anderen niet. Wij hebben hier ook naar de maatschappij toe een rol in, vind ik.’

‘We hebben met elkaar, de politie en andere specialisten heel erg gezocht naar wat is nou het goede’, zegt Renske. ‘We maken deze keuze omdat we denken dat dit het beste is, ook al voelt het niet fijn. Want we doen nu iets wat voor Lisa niet prettig is.’

Communicatie en toon

Lisa geeft aan dat het voor haar belangrijk is hoe de begeleiders met haar het gesprek aangaan en voeren. ‘Het hangt er wel van af wie mijn sleutels vraagt. En op welke toon. Ik ben een volwassen vrouw en moeder van 3 kinderen, maar door sommigen word ik als een klein meisje behandeld. Dan ga ik er tegenin. Gerard is rustig en heeft humor, hij luistert naar mij. En gisteren was Ilona er, aan haar gaf ik ook gelijk mijn sleutels. Zij is een van mijn moppies. Maar het hangt ook af van hoe mijn pet staat om zo’n moment.’

‘Het lastige is dat je iets waarneemt wat op het oog niet altijd te toetsen is’, zegt Gerard. ‘Als Lisa gedronken heeft, vang ik signalen op. Ik zie het aan haar lichaam of merk het aan hoe ze praat. Maar als ze veel stress heeft, zie ik ook dat soort effecten. Dus komt het dan door alcohol of door stress? En op basis waarvan besluit ik dan dat ze niet meer mag rijden? Het is gewoon ontzettend lastig.’

Lisa is een gefingeerde naam